Problemen met gehoor en auditieve verwerking

 

Om te leren praten, moet je goed kunnen horen. Vanuit de omgeving hoort een kind hoe je een woord of een zin uit moet spreken. Een slechthorend kind hoort het eigen geluid en dat van de omgeving niet goed. Hierdoor kunnen taal en spraak zich langzamer ontwikkelen. Dit is aangeboren of komt door steeds terugkerende verkoudheid of oorontsteking. Luid praten of de televisie veel harder zetten, kunnen wijzen op minder goed gehoor. Dan is het goed een kno-arts of het Audiologisch Centrum te bezoeken. Dit om een goed beeld van het gehoor te krijgen.
Kinderen met een goed gehoor kunnen moeite hebben met gericht luisteren. Ze hebben dan misschien een probleem in de auditieve verwerking van klanken, woorden en zinnen. Het hakken en plakken van klanken in woorden is dan bijvoorbeeld lastig (auditieve analyse en synthese). Dit speelt een rol bij het leren lezen en schrijven.