Scoliose

 

Groeien, we doen het allemaal gedurende een periode in ons leven. Vaak gaat dit goed, zonder noemenswaardige problemen. Maar soms ontstaan er tijdens de groei afwijkingen, bijvoorbeeld aan de wervelkolom. Een van de mogelijke afwijkingen van de wervelkolom is bekend onder de naam scoliose. In Nederland hebben ongeveer 60.000 mensen een scoliose en ieder jaar komen er daar ongeveer 1000 bij.


Scoliose is een afwijking van de wervelkolom, die vaak zichtbaar wordt door de zijdelingse verkromming. Er kan ook een verdraaiing zichtbaar zijn van de wervels of een overdreven strekking. Een scoliose kan structureel of niet structureel zijn. Een niet structurele scoliose, ook wel houdingsafhankelijke scoliose genoemd, ontstaat vaak als gevolg van pijn, beenlengteverschil of door een duidelijke voorkeurshouding. Deze niet structurele scoliose is goed corrigeerbaar.


De diagnose scoliose wordt gesteld door de behandelend orthopeed. Afhankelijk van wat de Beslisboom conservatieve scoliosetherapie aangeeft, wordt overgegaan tot een behandeltraject waar oefentherapie een onderdeel van is.


De therapeut die de oefentherapie aanbiedt heeft een belangrijke rol in het geven van houdings- en bewegingsadviezen, het aanleren van oefeningen om bepaalde spieren te versterken en anderen op lengte te brengen en het bewust worden van de eigen voorkeurshoudingen. Bij jongeren is de therapie vooral gericht op de juiste houding en het voorkomen (en zo mogelijk corrigeren) van de scoliose.

Oefentherapie is er in de eerste plaats op gericht de verdere verkromming van de wervelkolom tot stilstand te brengen en waar mogelijk te reduceren. Er worden corrigerende oefeningen aangeleerd die zijn afgestemd op de dagelijkse activiteiten. Daarnaast wordt er gewerkt aan het vergroten van de spierkracht en het verbeteren van de ademhaling en de conditie. Sportbeoefening is extra belangrijk voor jongeren met een scoliose en dit zal dan ook worden gestimuleerd.